De stand op dit moment (3 februari) is 28 woorden/ klanken.
In het artikel van 22 december kende hij 11 woorden, en die behoren nog steeds tot zijn woordenschat!

mama
kuuk = knopje
tijt = kijk
pak = pak op
tles = fles
ete = eten
ham = hap
bad
koeka = koek
oto = auto
pop of poppe = pop
hawoo = hallo (wordt alleen aan de telefoon gebruikt)
kaas
appa = appel
opuh = open
goen = schoenen
twaal = sjaal
poep = poep/vieze luier
klaa = klaar
bah
aai
wauw
hopla
op
uit = uit of in of op, net hoe het uitkomt
paajt = diertje met pootjes (kan dus ook een hond of poes zijn)
miauw = wat een diertje met pootjes kan zeggen
neus

Verder kan Luca klakken met zijn tong en (een beetje) blazen.


Opdrachten/ vragen die hij begrijpt:
ga maar op de mat liggen (voor zijn fles)
ga maar zitten (dan loopt hij naar zijn kinderstoel)
ga je jas maar pakken
waar zijn je schoenen
waar is je sjaal
wil je een koek
luca gaat in bad (loopt naar badje toe)
geef eens een kus
waar is je neus
waar is je tong


Laatst had ik hem uitgekleed om een schone romper aan te trekken, zegt hij ineens: bad! en klimt in mijn armen.

Helemaal blij is hij met zijn mooie schoenen. Hij haalt ze zelf uit de gangkast, gaat bij je zitten met zijn schoenen en steekt een voet de lucht in. Heel schattig dus.