Ze kan hardop foutloos tot tien tellen en ook de nul begrijpt ze.
Soms slaat ze de negen over.
Ze kan bij plaatjes in 1 oogopslag de aantallen 1, 2, en 3 zien.
Bij grotere aantallen telt ze met haar vinger erbij, netjes een voor een. Bij aantallen groterd dan 7 of 8 gaat ze vaak vanaf 5 net iets te snel met haar vinger en telt ze dus 1 of 2 te weinig.
Ze kan nu ook doortellen. Bijvoorbeeld bovenin de pagina staan 3 appels getekend en onderin 4 peren. Dat telde ze voorheen als 3 en 4. Nu kan ze doortellen en dan zeggen: 7 appels en peren/ 7 fruitjes.
Vanaf de tien kent ze de getallen tot en met twintig maar elf en twaalf vindt ze erg moeilijk. Is ze eenmaal bij 13, dan telt ze soepel door tot 18 of 19. Bij de 19 heeft ze weer moeite door de 9 en dan gaat ze vaak weer een lager getal noemen.
Vanaf 20 kent ze ook een aantal getallen maar die worden willekeurig genoemd en samengesteld.
Zo had ze laatst heel veel zwarte pieten gezien: wel dertien-en-twintig!
Simpele rekensommetjes zoals: er zijn 3 beren en je legt er eentje bij, hoeveel zijn dat er dan?
Dat kan ze nog niet zeggen, dat telt ze na.