Op een gegeven moment antwoord ik: wat knap dat je dat weet, heel goed.
Fiona's antwoord:
wowa weet veel, wowa weet niet alles.
wowa is twee jaar, wowa weet twee.
Nu wowa klein meisje, als wowa toeit dan wowa tooteg meisje, dan wowa weet alles.
(Fiona weet veel, Fiona weet niet alles.
Fiona is twee jaar, Fiona weet twee.
Nu is Fiona een klein meisje, als Fiona groeit dan is Fiona een groot meisje. Dan weet Fiona alles.)